De Veluwe

Inmiddels zijn we al een ruime week op de Veluwe bij mijn ouders. De ANWB camper hebben we weer ingeleverd, ons eigen huis is verhuurd en omdat ons eigen busje nog kapot is waren we even dakloos. Morgen vliegen we al naar IJsland!! 

Na San Sebastian zijn we doorgereden richting Lacanau om daar nog wat golfjes te pakken. Maar onderweg zagen we de buitentemperatuur steeds verder oplopen. 32, 35 en op een gegeven ogenblik zelfs 39 graden! Dat werd toch wel een beetje te gek. Omdat Asturias zo’n eigen klimaat heeft vanwege de natuurlijk scheiding door het Cantabrisch gebergte hebben wij helemaal niks gemerkt van de hittegolf in de rest van Europa hihi. Bij ons was het niet warmer dan 28graden. Tot we in Frankrijk kwamen.. 39 graden was toch een beetje te veel van het goede dus zijn we lekker doorgereden. De camper had airco, iets wat ons busje niet heeft, wat een feest haha! We zijn de rest van de dag amper de camper uit geweest totdat we noordelijk genoeg waren om het aan te durven.  

Zo op reis in je campertje/busje is stiekem wel heel leuk. Je wordt elke dag ergens anders wakker en soms, als het ’s avonds donker is als je aankomt, is het ’s ochtends een verassing waar je bent beland. Eén nacht stonden we op het dorpsplein van een klein Frans boeren dorpje  waar we uilen hoorden. We besloten het geluid achterna te gaan en kwamen bij de kerk uit waar we twee witte kerkuilen vlak boven ons hoofd heen en weer zagen vliegen. Net twee spookjes, zo magisch! We hebben daar een hele tijd gestaan terwijl ze over ons heen vlogen om ze te fotograferen maar meer dan een witte waas kregen we er niet op. ’s Ochtends kwam het hele dorp water halen bij de bron op ons pleintje. De volgende dag sliepen we in de champagne streek, maar omdat we vrij laat aankwamen zagen we niet dat we vlak aan een spoorlijn stonden. Toen we al helemaal in bed lagen kwam er een enorme goederentrein langs en werden we bijna uit bed getrild, aaargh! Ok even afwachten hoe vaak dit gebeurd, en ja hoor 5 min later weer één. Alles weer ingepakt en naar een andere plek gereden, boehoe! Dat bleek de volgende ochtend de oprit van een enorm mooi champagne chateau te zijn. Omdat het nog steeds te heet was om wat dan maar ook te doen, maar doorgereden naar de Ardennen. Onderweg langs allemaal dorpjes waar ze druk bezig waren met de versieringen voor de tour de France. In de Ardennen kampeerden we aan een heel groot stuwmeer met allemaal vakantiegangers die er een feestje van aan het maken waren, picknickende moslimas, bbq-ende Belgen, mensen hadden hun tent zelfs opgezet op het asfalt van de parkeerplaats zelf. Het deed mij enorm denken aan het gemiddelde stadspark in Rotterdam in de zomer. De volgende ochtend mooi gekanood over het meer. Via Dinant, de saxofoon stad natuurlijk, naar Domburg want we hadden nog wat dagen over en er waren golven. Ondanks dat het een echte Nederlandse klotsbak was toch enorm lekker gesurft. Wat een cadeautje! De volgende dag zou het net zo zijn dus besloten om nog even te blijven en een slaapplek te zoeken. Dat was niet zo makkelijk. Nederland is helemaal niet zo goed voor busjes/campers als Frankrijk en Spanje, niks gratis kamperen! Er zijn bijna nergens gratis plekken hier. Dus dan maar een camping. Een schattige boerencamping gevonden in de buurt maar daar konden we de toilet niet legen. Doorgereden naar de jachthaven van Veere waar dat wel kon. Maar de havenmeester was nergens te bekennen. Toen we doorreden naar de camperplaats zag die er ook erg ongezellig uit. Maar er was wel een loos plek. Snel even de toilet geloosd en weer vertrokken haha daahaag! Nu die leeg was konden we net zo goed wel naar het gezellige boerencampinkje. ’s avonds een praatje gemaakt met de boer. Wat een ander leven! De beste man was zelf nog nooit op reis geweest. Ooit een keer naar Luxemburg en dat vond hij een prachtig land. Tegenwoordig gingen ze af en toe 4 dagen weg omdat zoonlief oud genoeg was om op de boerderij te passen. Van Ijsland wist hij niet waar het lag. Dan voel je je ineens heel bevoorrecht. Kunnen reizen is niet vanzelfsprekend en als je veel reislustige mensen om je heen hebt vergeet je wel eens dat er ook mensen zijn die helemaal niets van de wereld gezien hebben.  

Uiteindelijk vond ik het schattige boerencampinkje toch niet zo schattig. (Het bleek een kleine melkveehouderij) De boer wees ons er namelijk op dat er ook leuke kalfjes waren waar we even moesten kijken. Die kalfjes waren kist of box kalfjes. Stiertjes van 3 dagen oud, meteen weg gehaald bij moeders. De kalfjes bleken bij navraag de volgende week al naar het slachthuis te moeten. Ik wist wel dat het zo gaat en het is één van de redenen waarom wij zo veel mogelijk plantaardig eten, maar om die kalfjes zo te zien en het uit eerste hand van de boer te horen was heel confronteren. Ze zitten in een box zodat ze zo min mogelijk kunnen bewegen en hun vlees zo mals mogelijk blijft en ze geen spieren kunnen vormen. Deze stierkalfjes zijn het restproduct van de melkveehouderij, met stiertjes kunnen ze niks, net als met haantjes, het zijn gewoon “bij-producten” waar ze vanaf moeten en dus moeten ze zo snel mogelijk naar het slachthuis (of in het geval van haantjes worden ze meteen versnipperd) Zo draag je zelfs als goedwillende vegetariër toch nog bij aan de vleesindustrie zonder dat je het weet (ja ook als je biologische melk drinkt). Persoonlijk snap ik niet waar wij mensen de arrogantie vandaan halen om  andere levende wezens te behandelen als producten en ik heb dus ook niet lekker geslapen die nacht. Ik vraag me  ook oprecht af waarom ik in Spanje overal koeien vrij zie rondlopen in de bergen, met hoorns en met kalfjes. Waarom kan het daar wel? Ondanks dat vond ik de boer wel heel vriendelijk, het is voornamelijk het systeem wat niet klopt. Gelukkig moesten we vroeg weg want we hadden een afspraak met mooie golven rond 7u.  

Na een laatste sessie zijn we doorgereden naar ons huis omdat we wat spullen moesten ophalen. Of moet ik zeggen onze schuur, ons huis mogen we niet in want daar wonen nu uiterst vriendelijke Litouwse havenarbeiders, ze kwamen toevallig net thuis en hebben het zo naar hun zin in ons huis dat ze hun baas speciaal gevraagd hebben of ze na hun vakantie weer naar dit huis terug mogen.” Lekker veel privacy en een fijne tuin om in te roken en bbq-en” hmm, dat ze mijn bloempotten en vogeldrinkbak als asbakken gebruiken zien we maar even door de vingers haha. Wel gek om je eigen huis niet in te mogen. Natuurlijk wel even stiekem naar binnen gekeken toen ze weer weg waren maar het zag er allemaal netjes uit gelukkig. Alleen in onze tuin stond er een verassing te wachten. De buurman had in onze afwezigheid bepaald dat hij 4 meter van onze tuin in beslag mocht nemen! Er stond een keurig nieuw hek en mijn groentetuin is nu alleen een stuk zand en ligt ineens in zijn tuin! Ons eigen hek is weg gehaald en de wilgenhaag ook! Daar waren we op z’n minst gezegd niet van gecharmeerd. Ook omdat er niks met ons overlegd is. Hij had wel eens eerder laten vallen dat hij dacht dat een deel van onze tuin bij hem hoort, maar dat hij het niet erg vond als wij het gebruikten. Wij dachten toen,” Ok het zal wel” maar  hebben wel in het kadaster gekeken,waaruit bleek dat het ons stuk is. We zijn er meteen even langsgelopen en toen wezen ze op ons koopcontract. Ook dat hebben we nagelopen en daar staat ook duidelijk in dat het bij ons hoort.  Inmiddels hebben we de een kopie van de uitreksels en het kadaster afgegeven met een brief er bij. Zijn reactie was, klopt niet want de vorige eigenaar werkte bij de gemeente en heeft met het kadastar geknoeid (wat wij erg betwijfelen) grappig is dat hij zelf zegt dat de grens ligt waar de sloot ophoud (En die houd op waar de oude grens stond(?)) Zelf heeft hij ons nog niks laten zien waarop staat dat het van hem is, hij zou het nu gaan inkijken. Je zou verwachten dat hij dat doet voordat hij een hek plaats(?) Als we het er niet mee eens zijn moeten wij maar iemand van het kadaster laten komen (en betalen) Dit wordt nog leuk, ahum!  

Terugkijkend op de afgelopen 1,5 maand was het echt een heerlijke tijd. Super veel geluk gehad met het weer en we zijn zo blij dat we zo veel hebben kunnen buitenspelen. Heel veel gesurft (minstens 20 sessies), 5 keer gekanood, 5 keer gemountainbiked waarvan 1 keer downhill en talloze keren geskate en gewandeld.  Een van de weinige reizen waarvan je fitter terug komt dan je er heen ging, haha. En ik ben bijna van mijn kano angst af, jeej! (opgedaan na een nare wildwater kano ervaring een paar jaar terug) Het is een heerlijk gevoel op reis te zijn zonder dat je die druk hebt van dat je van alles wil doen en zien voor je weer terug aan het werk moet. Eindelijk eens echt de tijd hebben om te surfen wanneer er golven zijn is ook fijn. Wakker worden zonder wekker. Tijd hebben om te niksen. Geen wi-fi dus soms kijk ik gewoon een hele dag niet op mijn mobiel, jaja!  Wel werd ik er soms ook wel wat onrustig van als alles zo open is. Dan voel ik me een beetje doelloos of nutteloos. Daarom vind ik het wel fijn dat we straks een route hebben en gewoon rond een bepaalde tijd wel weer ergens moeten zijn. Een soort rode draad. Het was een goede les om te zien welke spullen en vooral kleren we echt gebruiken op reis en welke toch niet mee verder hoeven. Je bent toch altijd geneigd meer mee te nemen dan nodig en dat kan nu met het busje, maar met de motoren gaat dat niet lukken. Jaren terug liftte ik door Australië met een backpack die zo zwaar was dat ik hem zelf niet om kreeg. Daar was ik al heel snel klaar mee en in no time zaten al die “belangrijke spullen”die echt mee moesten, in een pakketje terug naar Nederland haha! Ook nu heb ik bijvoorbeeld de helft van mijn kleren helemaal niet gedragen en een heleboel keukenspullen mogen toch thuisblijven, evenals spelletjes en de helft van de boekenkast. Verder was het goed om te zien hoe veel geld we er door heen jagen. Iedere dag hebben we keurig bijgehouden in een Excel sheet wat we uit hebben gegeven en aan welke dingen, eten, slapen, brandstof, uitjes en onvoorziene kosten. Zo krijg je een goed beeld van wat we echt nodig hebben om rond te komen. Voor een slaapplek hebben we bijvoorbeeld maar twee keer betaald in de afgelopen 6 weken. Maar brandstof is wel een dingetje, en die lekkere cidertjes he! Dat slaat stiekem ook wel aan.  

Intussen doen we bij mijn ouders thuis de laatste voorbereidingen voor onze reis naar IJsland en Vancouver morgen, maar omdat we al zo lang aan het voorbereiden zijn, is het bijna niks meer. Dat scheelt wel een hoop stress, maar toch.. Zo spannend allemaal! Aargh! nog maar één nachtje, als het goed is komt de volgende blog vanuit Ijsland!  

Workaway en de laatste daagjes Spanje

De laatste week in Spanje hebben we ge-workawayed bij Lonneke. Workaway is een uitwisseling, je deelt een huishouden en werkt (4 of 5u) tegen kost en inwoning. Lonneke is een Nederlandse vrouw die in haar eentje van een druk leven in Amsterdam naar de rust van de Picos de Europa in Spanje is geëmigreerd en daar zo veel mogelijk zelfvoorzienend probeert te leven. Aangezien wij mogelijk een vergelijkbaar plan hebben,  leek het ons interessant om wat tijd met haar door te brengen en, door te workawayen, ook een indruk te krijgen van wat er praktisch bij komt kijken. Een soort snuffelstage zeg maar!

Het was heel leuk om bij haar te zijn. Ze heeft een prachtig geel huis tegen een helling met uitzicht op de besneeuwde pieken van de Picos de Europa, met 3 katten (die graag op bezoek kwamen in de camper) en een enorme groententuin. Onze camper kon gewoon in haar tuin staan en zo werden we iedere ochtend wakker met een fantastisch uitzicht en het vrolijke geluid van koeienbellen. S’ochtends werkte ik in de tuin, beetje onkruid wieden, tomaatplantjes dieven, paden vrij maken,  etc.. heerlijk zenn werk, totdat het te warm werd en ik Erik ging helpen in het bos. Erik ging s’ochtends  met de kettingzaag het bos in om bomen om te zagen voor de winter voorraad hout, die hij vervolgens in stukken hakte met de bijl.  Het huisje had alleen een houtkachel en voor de winter moest er 5kuub hout gesprokkeld worden (dat hebben wij niet gered samen hoor). Het werk was best zwaar, zeker als het warmer werd want de luchtvochtigheid is er heel hoog. Maar gelukkig kregen we heerlijk te eten. Lonneke kan super goed veganistisch koken, wat een feest! Echt voedzaam, gevarieerd en goed op smaak. Bovendien waren we ook wel toe aan iets anders dan onze eigen maaltijden die toch wel wat simpeler worden naarmate je langer op reis bent en beperkte faciliteiten hebt haha. Dan is het heel fijn als iemand anders even voor je kookt. Tijdens het eten luisterden we naar al haar verhalen over Asturias. S’middags wandelde we wat door de verlaten dorpjes in de omgeving of maakte wat muziek. We hebben nu een veel beter idee van het leven daar en hoe veel werk het echt is om je eigen hout te kappen en groente te verbouwen. Helaas gingen we wel allebei weg met, ik 2 en Erik 3, tekenbeten.  Meteen er uit gehaald maar omdat ik niet wist hoe lang de mijne er al zaten en die van Erik begonnen te tintelen toch maar even de huisarts gemaild (zo relaxed dat je die gewoon kan mailen tegenwoordig) en die stuurde ons door naar de Spaanse huisarts voor een antibiotica kuur. Daar vonden ze het onzin, maar gaven ons toch de kuur, gelukkig was die maar twee pillen.

Vanaf Lonneke zijn we weer naar San Vicente gereden want er waren weer golven. Gek is dat, afgelopen jaren zijn we een aantal keer op vakantie gegaan met echt als doel om te gaan surfen en niks anders te doen, en dan pakte het steeds anders uit, meestal omdat er toch niet genoeg golven waren. Nu waren we echt van plan om veel van de omgeving te zien en af en toe te surfen, maar de golven waren zo goed dat we steeds als een magneet naar de zee terug gezogen werden ,waardoor we dus aan het einde niet echt veel van de omgeving hadden gezien. Dus besloten we om voor we naar huis gingen toch nog even de Picos in te trekken, ook aangezien we nu wel een betrouwbaar vervoersmiddel hadden. We vetrokken na een ochtendsessie om helemaal om de Picos heen te rijden en het was een prachtige rit over smalle bergweggetjes en wild stromende riviertjes. Die rit werd wel even spannend toen we er achter in de Picos achter kwamen dat  het benzine lampje begon te branden en piepen, oeps..vergeten te tanken. Natuurlijk was er daar nergens iets te vinden, alleen hele kleine gehuchten waar amper iemand woont. Gelukkig gingen we toen al bergafwaarts en konden we nog 30 km doorrollen naar het enige dorp met een tankstation, pfieuw! 

Nu  zijn we heel langzaam naar Nederland aan het rijden. Omdat we niet zeker wisten of ons busje op tijd terug zou zijn voordat wij weer uit Nederland vertrekken toch ook maar even de kano’s en mijn longboard weer bij de garage opgehaald. We hebben wel die fantastisch ruime camper maar die is voor wat wij willen niet praktisch ingericht. Kano’s moeten in het grote bed boven de cabine en het longboard in het gangpad terwijl wij nu op de bank moeten slapen en alles past maar net door het kleine deurtje, tsja je kan niet alles hebben he! 

De eerste stop was San Sebastian. Wij hebben zo’n leuke app waar alle plaatsen op staan waar je zowel legaal als illegaal kan slapen met je busje/camper. Daar stond een leuk plekje op aan de haven. Eenmaal daar aangekomen stond er wel een bord dat je er boven de 1.90m niet in mocht maar er was nergens een poortje en er stonden meerdere hogere campers. Dus toch daar geparkeerd en op de skateboards het centrum in op zoek naar eten. Toen we terugkwamen stond er een agent bij de camper… Oeps! Erik liep er heen en die agent stak een verhaal tegen hem af, in het Frans!? (San Sebastian ligt in Spanje). Ik stond nog aan de overkant van de straat te kijken en bedacht me ineens, “hé, waar zijn onze fietsten die normaal achterop de camper zitten ?” Toen keek ik rechts en zag dat Erik niet onze camper van een boete probeerde te redden, maar die van de Franse buren die blijkbaar in eenzelfde camper net achter ons waren gaan staan terwijl wij weg waren. Ik er snel heen en uitleggen dat dit niet onze camper was maar van iemand anders, natuurlijk wilde ze wel weten welke dan wel van ons was en kregen we alsnog een preek, maar gelukkig had ze ons nog geen boete gegeven en zo konden we nog net wegrijden terwijl de buren een dikke bon onder hun ruitenwisser kregen! Sorry buren. 

Busjes pech en Asturias

Uiteindelijk hebben we San Vicente dan toch verlaten en zijn doorgereden naar Asturië. Het was niet makkelijk om weg te gaan uit San Vicente want het was er zo heerlijk surfen. Maar het kwam tot een natuurlijk eind, er waren echt geen golven meer de laatste dag. Langzaam vertrok het ene na het andere busje en zelfs alle doorgaans zo fanatieke Duitsers gingen weg.

 Asturië is een regio van Spanje waar we al eerder zijn geweest en die we allebei heel leuk vinden. Waarom vinden we het hier zo leuk? Nou, ten eerste omdat je hier niet hoeft te kiezen tussen bergen en zee. Je hebt de prachtige kusten met heel veel mooie surfstrandjes en ruige kliffen. En je hebt de Picos de Europa (het eerste door UNESCO beschermde  natuurgebied van Spanje) met wit besneeuwde toppen op de achtergrond als je op je boardje in het water ligt. Daar in de Picos kun je kanoën, mountainbiken en eindeloos wandelen. In de bergen er naast liggen zelfs een aantal kleine ski-gebiedjes waarvan er één op nog geen 80km van het strand. Overal zijn schattige vissersdorpjes vanwaar men vroeger op walvissen jaagde en die mij een beetje doen denken aan de Almalfi kust in Italië. Verder heeft het heel veel natuurparken met zelfs nog beren (24 beren families), wilde katten en wolven.

Het weer is een beetje jammer want dat is ongeveer hetzelfde als Nederland, het is hier niet voor niets zo groen. Alleen is het hier nog wisselvalliger. Gisteren toen we wakker werden regende het en was het grijs, een paar uur later was het super warm en kon ik niet eens een kwartier in de zon zitten zonder te moeten smeren, en nu waait het flink. Voor Erik is het geen probleem, die loopt toch altijd in een T-shirt wat voor weer het ook is. Voor mij betekend het dat ik nooit weet wat ik aan moet trekken. Wat er op neer komt dat ik overal extra kleren mee naartoe sleep en het dan toch net niet het kledingstuk blijkt te zijn wat ik nodig heb, zucht! Asturië heeft een vreemde sfeer, je kan er je vinger niet op leggen zeg maar. Het weer is Nederlands en het ruikt naar Nederlandse herfstbossen, maar dan met Franse krekels en koeien met bellen op de achtergrond die weer aan de alpen doen denken, en zee. En overal lopen peregrinos, pelgrims die de Santiago de Compostella lopen. Dat moet toch wel een bijzondere ervaring zijn. We spraken er een paar en allemaal zijn ze zo enthousiast! De lokale mensen zijn hier heel vriendelijk en relaxed, wat meer ingetogen dan de Spanjaarden in het zuiden. De regionale drank is geen wijn of sangria maar een zure appelcider die vanaf een meter hoog in je glas wordt geschonken om belletjes van koolzuur te krijgen, even wennen in het begin maar super lekker. Er zijn ontzettend veel regionale kaasjes en verschillende bonen en kikkererwtensoorten uit de streek. Flamenco zie je hier niet, het instrument van deze regio is de gaita, een soort doedelzak(!?). Asturie is de enige regio die de Moren niet konden veroveren en vanaf hier is de reconquista (de terug herovering van Spanje op de Moren) begonnen. De keuken verschild daardoor ook nogal van de rest van Spanje en is heel traditioneel. Naast tapas en veel zeevruchten  vind je hier stevige kost,  bonenschotels en torta, dikke gevulde pannenkoeken van maismeel.  Verder zie je veel casas indianas. Huizen/paleisjes van rijke Spaanse kolonisten die terug gekomen zijn uit Amerika.

Na San Vicente zette we koers naar Gijon , om daar wat rond te snuffelen. Maar eenmaal daar aangekomen bleek de enige camperparkeerplaats aan een drukke weg en industriële haven te liggen, en daar stonk het. De stad zag er verder wel leuk uit. Je leest overal dat het zo’n lelijke stad is maar we vonden het best meevallen. Dat komt misschien ook omdat we Rotterdam gewend zijn haha. Na het een uurtje geprobeerd te hebben besloten we dat die stank in Gijon echt niet te harden was en zijn dus door gereden naar Playa de Vega.  Een surfstrandje uit het boekje, verscholen achter prachtige kliffen. Jammer dat het water er niet zo fris is omdat er een enorme mijn aan de andere kant van die prachtige kliffen ligt, maar goed er waren toch geen golven.

Onderweg naar Playa de Vega  begon het busje toch wel erg te roken en liep onregelmatiger. Eenmaal op de parkeerplaats zagen we dat hij ook olie lekte, veel olie. Er liep een klein spoor over de weg, oeps ..dat was niet best. Die nacht gewoon maar gaan slapen en de volgende ochtend de ANWB gebeld. Dat ging lekker op  z’n Spaans. Eerst 1,5 uur wachten op de monteur. Die kwam, keek onder de motorkap en concludeerde dat hij olie en koelvloeistof nodig had,  belde z’n collega om dat te komen brengen, weer 1,5 uur wachten. Monteur twee is er, ze kijken samen onder de motorkap en gooide nieuwe olie en koelvloeistof in het busje die het er letterlijk weer uit spoot toen Erik hem startte. De diagnose was wel snel gemaakt en busje was niet binnen 48u te repareren. Oh nee!!.. niet weer, arm trouw busje, snif! Busje werd naar de garage gesleept. Maar eerst moesten we nog een kilometer met het busje rijden omdat hij eenmaal op de sleepwagen niet door de tunnel zou kunnen. Geloof me, dat was geen feest, we vielen bijna flauw van de rook en stank. Enfin, busje naar de garage en daar moest de ANWB  worden ingelicht, maar eerst was er siësta natuurlijk. Weer 1,5 uur verder..  Ach ja, wat doe je er aan, ze waren wel heel vriendelijk! Gelukkig is het niet de eerste keer dat we busjes pech hebben en waren we goed voorbereid. Busje wordt terug naar Nederland getransporteerd terwijl wij moesten wachten op een vervangende camper van de ANWB die vanuit Nederland hier naar toe werd gereden.

Dat duurde een paar dagen en in die tijd werden wij gedropt in een 4 sterren eco hotel met spa. Keurig verzorgd door de ANWB (hoe zoeken ze het uit). Het was er goed toeven. En er zaten allemaal motorrijders die beneden de bar onveilig maakten. We hebben onze eerste warme douche genomen sinds we weg zijn, wat een luxe!  Natuurlijk hebben we al onze kleren  gewassen in het bad en lekker voetbal gekeken op bed met een pizza uit het dorp omdat het restaurant veeeel te chique en duur is.

Toevallig kregen we ook een nieuwe datum  van wanneer de motoren aankomen. Weer veel eerder dan gepland maar wel te doen. Dus konden we dankbaar gebruik maken van de hotel Wi-Fi om vluchten uit te zoeken en andere dingen te regelen voor deel 2 van de reis. Inmiddels zijn de vluchten geboekt. 18 juli (over 3 weken al!) vliegen we naar IJsland. Daar gaan we eerst een paar dagen rondsnuffelen. We hebben er een campertje gehuurd. Dan vliegen we 21 juli door naar Vancouver. Super spannend allemaal!

Inmiddels rijden we alweer een paar dagen rond in onze vervangende camper. Het ding is enorm (7m) omdat we gezegd hadden dat onze surfplanken wel mee moesten. Maar wat een comfort! We hebben nu een luxe zithoek, een keuken met koelkast, een douche en toilet aan boord en zelfs nog twee extra bedden, oh en airco, cruisecontrol en heel veel ruimte! We waren precies op tijd terug voor nieuwe golven bij San Vicente! De andere surfbusjes kijken ons nu met de nek aan.

Verder begint Eriks fotografie hobby uit de hand te lopen. Vanmorgen moesten we om 6u(!) uit bed zodat we als eerste bovenop een berg in de Picos de Europa stonden. Erik wilde wildlife  fotograferen. Het was nog mistig toen we omhoog reden en er liepen overal koeien op de weg. Maar we hebben wel een prachtige wandeling gemaakt heel hoog in de bergen. Beren en wolven hebben we niet gezien maar wel meer dan honderd gieren, vale en lammer gieren met een spanwijdte tot 2.75m.  We vielen met onze neus in de boter toen we een groepje Engelse amateur fotograven en hun gids tegen het lijf liepen, die een hele grote telescoop bij zich hadden waar wij ook even door mochten kijken.

Inmiddels zijn we weer terug in San Vicente (ja sorry hoor, er zijn gewoon te veel mooie golven!) morgen gaan we workawayen hier in de buurt. Dat wordt weer een nieuw avontuur. 

San vicente de la Barquera (Cantabrië)

Na Frankijk zijn we doorgereden naar bikepark Vallnord in La Massana, Andorra. Daar hebben we ge-downhill mountainbiked. Downhill mountainbiken kan je doen in sommige ski-gebieden in de zomer. Je gaat dan met je (downhill/freeride of enduro) mountainbike in de skilift omhoog en fietst over de pistes naar beneden. Dit zijn speciaal daarvoor aangelegde pistes en niet dezelfde als de ski pistes. Het is echt super gaaf om te doen en een enorme adrenaline kick! We hadden het al een keer eerder gedaan in hetzelfde gebied als nu, maar deze keer waren we eigenlijk net wat te vroeg in het seizoen en waren alle groene en een heleboel blauwe pistes nog niet open waardoor we meteen van vrij heftige pistes af moesten.  Sommige daarvan waren echt heel stijl en met het droge weer was het af en toe slippen geblazen.  Dat het zaterdag was en alle locals ook van dezelfde piste afscheuren hielp niet mee. Maar het was toch enorm  gaaf! En we zijn allebei heelhuids beneden gekomen.

Daarna geslapen op het parkeerterrein bij de bikeshop/bar. Eigenlijk heeft downhill mountainbiken best wat weg van snowboarden. Je pakt de lift omhoog, doet een paar leuke pistes, eet eens wat, nog wat pistes en aan het eind van de dag kwakt iedereen z’n mountainbike zonder hem op slot te zetten voor de bar onderaan de piste, drinkt een biertje en jawel, er wordt zelfs raclette gegeten!

De volgende dag de bergen weer uit gereden naar Spanje. Eerst nog even tanken en tax-free winkelen natuurlijk. Dat houd in ons geval in, de biologische afdeling in de grote lelijke shopping malls plunderen. Sta je dan met je gezonde verantwoorde boodschapjes tussen alle mensen met flessen sterke drank en sloffen tabak haha, geitenwollensokjes! Daarna maar onderlangs de Pyreneeën naar het westen gereden omdat we het busje al dapper genoeg vonden dat hij de hele Pyreneeën is overgestoken en we het lot niet verder wilde tarten.

Geslapen in de regio Aragon, dezelfde regio waar we afgelopen winter gesnowboard hebben. Nu leek je je er ook wel te kunnen vermaken, overal mountainbikers en wildwater kanoërs. Interessant! Toen we net op weg waren kwamen we langs een prachtig stuwmeer met turqouise water en besneeuwde bergtoppen op  de achtergrond, en allemaal ondergelopen bomen in het meer. Het nodigde enorm uit om even op  te kanoën maar toen we dichterbij kwamen zagen we waarschuwingsborden voor de snel stijgende waterstand. Bijna weer omgekeerd maar toen kwam er een busje aan van een lokale kanoschool met aanhanger vol kano’s en die leek zich totaal niks aan te trekken van het bord. Tsja als de locals het zelf doen zal het wel veilig zijn. Dus weer terug en een heerlijk stukje gekanood. 

Diezelfde dag nog doorgereden naar San vicente want er kwamen goede golfjes aan. Hier stonden we op de gratis parkeerplaats aan het strand. Je mag hier niet kamperen, het staat overal heel duidelijk aangegeven. Maar niemand houd zich er aan, er heerst een soort gedoog beleid. Het hele veld is een gezellige janboel van surfbusjes en campertjes uit heel Europa die hier allemaal gewoon kamperen en daar stonden wij ook tussen de eerste dagen. Tot op donderdag een vriendelijke agent ons kwam vertellen dat we er vannacht niet mochten slapen, vanwege de vele weekend gasten. Dus zijn we een kilometer verderop gaan staan op een zelfde, iets kleinere parkeerplaats met nog beter uitzicht. Voor de supermarkt moeten we nu mountainbiken over het strand maar dat is het meer dan waard. Ook hier mogen we niet staan maar doet iedereen het toch, het is zelfs zo erg dat er ’s ochtends al claxonnerend een bakkers busje langs komt zodat we brood kunnen kopen haha, ideaal.

Al met al staan we hier al een dikke week. Onze dagen zien er ongeveer zo uit: Opstaan, ontbijten, golfjes kijken, koffie, surfen, eten, surfen, eten misschien surfen en ok vooruit af en toe moeten er boodschappen gedaan worden, doe ik een beetje yoga en maken we muziek, spelen een spelletje of skaten wat op een boulevard. Tot nu toe hebben we elke dag mooie golven gehad. Behalve gister, toen regende en hagelde het zelfs. We hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om wat beschadigingen in de boards te repareren en zijn op zoek gegaan naar nog meer mooie strandjes die we niet kende. Ook hebben we in een klein reuze sequoia bos gewandeld. Heel indrukwekkend, de hoogste is 115 m. De seqouias zijn eeuwen terug door de Spanjaarden meegenomen uit California en hier gepland en ze blijken het hier fantastisch te doen.

Vandaag zijn de golven 2,5 meter en houd ik het even voor gezien. Erik ligt er wel in en ik houd me bezig met het busje schoonmaken en opruimen, de vieze dikke laag oude wax van mn eigen boards krabben en opnieuw waxen, foto’s maken van Erik en dat soort dingen.

Gisteren had Erik z’n dag niet helemaal. S’ochtends stootte hij keihard zn knie aan een laag hekje. Daarna stootte hij twee keer z’n hoofd. En ’s avonds met koken stootte hij per ongeluk de snijplank met mes er op van het aanrecht en kreeg het mes met de punt in z’n voet. Het was natuurlijk net één van mijn scherpe koksmessen en hij had blote voeten. Het was best wel een diepe wond die met een pleister alleen niet ophield met bloeden. Gelukkig hadden we hechtstrips bij ons en dat hielp wel. De volgende dag toch gesurft met een gaasje en laag ductape (dat spul is echt overal goed voor hé!).

Marsès

We zijn  nu net een paar dagen weg maar afgelopen tijd hebben we doorgebracht in het familie huisje in de bergen. De afgelopen tijd was het heerlijk weer en zijn we lekker veel buiten geweest. Mountainbiken, veel kanoën op meertjes met besneeuwde bergtoppen op de achtergrond, wandelen in de bergen en daarna een duik nemen in het geheime ijskoude watervalletje hier vlak bij, hippie marktjes bezoeken, terrasjes pakken, zwemmen en muziek maken aan de meertjes met een picknick en goede fles wijn. Wandelen in het mysterieuze bos van Nebias waar we bijna verdwaalden en welgeteld 1 museum bezocht haha.

 We hebben nog meer kersen geplukt, rozenwater gemaakt van wilde rozen en ratatouille gemaakt met wild geplukte laurier en marjolein.  We haalden sla in een bio winkel waar een enorme slak op zat en worden door een willekeurige voorbijganger aangesproken omdat het eten wat we afgehaald hebben in aluminiumfolie zit en dat is niet goed voor het milieu.

Er zijn hier ontzettend veel beestjes, overal beestjes. Niet alleen veel, maar ook soortenrijk, als je een tijdje in het gras gaat zitten zie je de gekste kevers en ander klein gespuis, volgens mij gaat het hier wel prima met de biodiversiteit hoor. Er vliegen ook grote hoornaars om het huis,  wespen maar dan drie keer zo groot. Af en toe vliegt er zo’n monster naar binnen en probeert Erik hem met lichte dwang weer naar buiten te bonjouren. Verder hebben we een vos gezien, een muis met baby muisjes, een bruine slang van minstens een meter die vlak voor ons weg schoot (en ook een aantal platgereden bruine en groene slangen helaas), een regenworm van bijna een halve meter en een ijsvogel.

De streek waarin het huisje staat  is onderdeel van de regio Occitanië en staan bekend om de Troubadours en de Katharen die ons hun vele Katharen burchten bovenop rotsen hebben nagelaten. Wie zijn Katharen? Ok, een klein stukje geschiedenis dan, je mag door scrollen hoor, er komt geen overhooring haha ! Het Katharisme is hier ontstaan in de 11de eeuw en kwam voor in Zuid Frankrijk (languedoc ) en Noord Italië. In deze tijd was de koning van Frankrijk in Noord Frankrijk druk met het oplossen van zijn problemen met de Engelse koning en de controle op zuid Frankrijk was in handen van verschillende edel mannen. In Zuid- Frankrijk ontstond daardoor de bruisende Occitaanse cultuur waar ook de jongleurs, troubadours (afgeleid van trouber = vinden in Occitaans) en troubairitz (jawel, vrouwelijke troubadours bestonden wel degelijk) en hun bijzondere instrumenten uit zijn ontsprongen. Er hing in die tijd een sfeer van vrijheid en tolerantie. Uit het oosten kwamen via de Balkan nieuwe denkwijzen naar Occitanië. De Katharen (afkomstig van het Griekse katharos wat puur of rein betekend) zagen zichzelf als Christenen  en wilde terug naar een puurdere vorm van het Christendom. Ze geloofden in Dualisme en verwierpen het hele oude testament. Ze waren meer bezig met “ verlichting” van de eigen ziel dan met God. Vrouwen en mannen waren gelijk en konden beide priester (parfait) worden. De Parfait distantieerde zich van alle materialistische zaken, hadden groot respect voor de natuur en weigerde de verafgoding van Jezus aan het kruis maar hadden daarvoor in de plaats hun eigen symbolen. Omdat hun Katharisme een steeds grotere aanhang kreeg werd het de Katholieke Paus te bedreigend en stuurde hij zijn beste monniken naar Occitainië om de Katharen weer te bekeren tot het Katholicisme. Toen dit niet werkte zijn er verschrikkelijke kruistochten op touw gezet vanuit Lyon en Bordeaux. De Katharen die onder de bescherming vielen van de edel mannen  bouwden prachtige forten hoog in de bergen om zichzelf te beschermen. Maar de groepen kruisvaarders werden steeds groter omdat ze de belofte van een stuk eigen land in het vooruitzicht gesteld hadden gekregen. De Katharen, mannen, vrouwen en kinderen die zich niet wilde bekeren werden levend verbrand. Het woord Ketter of ketterij komt van de Katharen verbrandingen.  Maar ook een heleboel katholieken werden verbrand, omdat men het verschil niet kon zien. De laatste Katharen vluchtte naar het fort op montsegur, de veilige berg, maar ook daar waren ze niet veilig. Helaas hield het hier ook grotendeels op voor onze vriendjes de troubadours, snif. Een groot deel van de troubadours was namelijk ook aanhanger van of sympathiseerde met het Katharisme en zijn omgekomen bij de kruistochten. Het overige deel zat zonder werk omdat de Katharen en edel mannen degene waren die hen naar de kastelen lieten komen. En een klein deel is gevlucht naar Italië, maar werden niet gewaardeerd door de Katholieken. Het grappige is, nu is er hier in de streek weer volop belangstelling voor de troubadours en hun muziek en kun je zelfs muziek cursussen doen.  In het museum in Puivert wat we bezocht hebben kan je een aantal replica’s zien van de bijzondere muziekinstrumenten van de Troubadours en er zijn ook een aantal muziekfragmenten te beluisteren. Ze hebben ook nog hele vrolijke middeleeuwse cd’s haha.

Dit is trouwens ook de streek van de Blanquette, wat de eerste bruisende wijn ter wereld schijnt te zijn, uit 1531. En hoihoi er is lang niet zo veel suiker aan toegevoegd als champagne, hier krijgen de druiven namelijk gewoon genoeg zon om van nature lekker zoet te worden.

Nu is de streek een trekpleister voor  hippies. Wat dat betreft is het nog steeds een streek van andersdenkenden.  Je komt hier altijd veel kleurrijke mensen tegen. Zo raakte we al aan de praat met een jongen die ons muziek hoorde maken. Hij kwam ons met een grote joint in z’n ene hand en z’n dochter  in de andere tegemoet  en liet ons vervolgens z’n hele collectie zelfgemaakte hangdrums (tangdrums) zien die hij vervoerde in tassen gemaakt van z’n oude broeken. De ontmoeting eindige in een kleine hangjam on the beach natuurlijk. Een oudere man die z’n hele leven veel extreme sporten heeft gedaan maar zich na een paraglide ongeluk nu maar rustig op een sup of windsurf plank voortbeweegt, zijn Letse vrouw en hun twee honden, couscous en qinoa. Hij bood Erik een rondje aan op z’n sup wat Erik beleefd heeft afgewimpeld (haha, gemiste kans). En een man die er uit zag als een indiaan, in een veeeel te klein zwembroekje ,die gek was op  flamenco gitaar en kanoën. Ik bood aan dat hij mijn kano best wel even  mocht uitproberen maar kneep hem wel even toen hij helemaal naar de andere kant van het meer peddelde en er een onweersbui vanachter de bergen vandaan kwam. Gelukkig was hij op tijd terug. Op de markt aten we falafel van een hele dikke zweterige Tunesiër, die toen we er mee aan de praat raakte uit Israël bleek te komen maar zich daar te erg voor schaamde om er voor uit te komen. De falafel was heerlijk en we kregen er niet eens buikpijn van ondanks dat de bereiding er van hier niet door de HACCP goedgekeurd zou worden haha.  Ook kwamen we bekenden tegen van Erik uit Delft, waar we de volgende dag nog even gezellig mee op een terrasje hebben gezeten. De bus is wat meer gaan roken de laatste tijd. We schamen ons af en toe echt een beetje, vooral in deze ecodebio omgeving. Volgens de ANWB is het niet zorgelijk en kunnen we het thuis verhelpen. Duimen maar dat ze gelijk hebben en hij het nog even volhoud. Een paar dagen terug zijn we uit het huisje vertrokken en inmiddels zijn we over een pas van 2400 meter Andorra binnen gestommeld, dat ging in ieder geval nog goed.