Busjes pech en Asturias

Uiteindelijk hebben we San Vicente dan toch verlaten en zijn doorgereden naar Asturië. Het was niet makkelijk om weg te gaan uit San Vicente want het was er zo heerlijk surfen. Maar het kwam tot een natuurlijk eind, er waren echt geen golven meer de laatste dag. Langzaam vertrok het ene na het andere busje en zelfs alle doorgaans zo fanatieke Duitsers gingen weg.

 Asturië is een regio van Spanje waar we al eerder zijn geweest en die we allebei heel leuk vinden. Waarom vinden we het hier zo leuk? Nou, ten eerste omdat je hier niet hoeft te kiezen tussen bergen en zee. Je hebt de prachtige kusten met heel veel mooie surfstrandjes en ruige kliffen. En je hebt de Picos de Europa (het eerste door UNESCO beschermde  natuurgebied van Spanje) met wit besneeuwde toppen op de achtergrond als je op je boardje in het water ligt. Daar in de Picos kun je kanoën, mountainbiken en eindeloos wandelen. In de bergen er naast liggen zelfs een aantal kleine ski-gebiedjes waarvan er één op nog geen 80km van het strand. Overal zijn schattige vissersdorpjes vanwaar men vroeger op walvissen jaagde en die mij een beetje doen denken aan de Almalfi kust in Italië. Verder heeft het heel veel natuurparken met zelfs nog beren (24 beren families), wilde katten en wolven.

Het weer is een beetje jammer want dat is ongeveer hetzelfde als Nederland, het is hier niet voor niets zo groen. Alleen is het hier nog wisselvalliger. Gisteren toen we wakker werden regende het en was het grijs, een paar uur later was het super warm en kon ik niet eens een kwartier in de zon zitten zonder te moeten smeren, en nu waait het flink. Voor Erik is het geen probleem, die loopt toch altijd in een T-shirt wat voor weer het ook is. Voor mij betekend het dat ik nooit weet wat ik aan moet trekken. Wat er op neer komt dat ik overal extra kleren mee naartoe sleep en het dan toch net niet het kledingstuk blijkt te zijn wat ik nodig heb, zucht! Asturië heeft een vreemde sfeer, je kan er je vinger niet op leggen zeg maar. Het weer is Nederlands en het ruikt naar Nederlandse herfstbossen, maar dan met Franse krekels en koeien met bellen op de achtergrond die weer aan de alpen doen denken, en zee. En overal lopen peregrinos, pelgrims die de Santiago de Compostella lopen. Dat moet toch wel een bijzondere ervaring zijn. We spraken er een paar en allemaal zijn ze zo enthousiast! De lokale mensen zijn hier heel vriendelijk en relaxed, wat meer ingetogen dan de Spanjaarden in het zuiden. De regionale drank is geen wijn of sangria maar een zure appelcider die vanaf een meter hoog in je glas wordt geschonken om belletjes van koolzuur te krijgen, even wennen in het begin maar super lekker. Er zijn ontzettend veel regionale kaasjes en verschillende bonen en kikkererwtensoorten uit de streek. Flamenco zie je hier niet, het instrument van deze regio is de gaita, een soort doedelzak(!?). Asturie is de enige regio die de Moren niet konden veroveren en vanaf hier is de reconquista (de terug herovering van Spanje op de Moren) begonnen. De keuken verschild daardoor ook nogal van de rest van Spanje en is heel traditioneel. Naast tapas en veel zeevruchten  vind je hier stevige kost,  bonenschotels en torta, dikke gevulde pannenkoeken van maismeel.  Verder zie je veel casas indianas. Huizen/paleisjes van rijke Spaanse kolonisten die terug gekomen zijn uit Amerika.

Na San Vicente zette we koers naar Gijon , om daar wat rond te snuffelen. Maar eenmaal daar aangekomen bleek de enige camperparkeerplaats aan een drukke weg en industriële haven te liggen, en daar stonk het. De stad zag er verder wel leuk uit. Je leest overal dat het zo’n lelijke stad is maar we vonden het best meevallen. Dat komt misschien ook omdat we Rotterdam gewend zijn haha. Na het een uurtje geprobeerd te hebben besloten we dat die stank in Gijon echt niet te harden was en zijn dus door gereden naar Playa de Vega.  Een surfstrandje uit het boekje, verscholen achter prachtige kliffen. Jammer dat het water er niet zo fris is omdat er een enorme mijn aan de andere kant van die prachtige kliffen ligt, maar goed er waren toch geen golven.

Onderweg naar Playa de Vega  begon het busje toch wel erg te roken en liep onregelmatiger. Eenmaal op de parkeerplaats zagen we dat hij ook olie lekte, veel olie. Er liep een klein spoor over de weg, oeps ..dat was niet best. Die nacht gewoon maar gaan slapen en de volgende ochtend de ANWB gebeld. Dat ging lekker op  z’n Spaans. Eerst 1,5 uur wachten op de monteur. Die kwam, keek onder de motorkap en concludeerde dat hij olie en koelvloeistof nodig had,  belde z’n collega om dat te komen brengen, weer 1,5 uur wachten. Monteur twee is er, ze kijken samen onder de motorkap en gooide nieuwe olie en koelvloeistof in het busje die het er letterlijk weer uit spoot toen Erik hem startte. De diagnose was wel snel gemaakt en busje was niet binnen 48u te repareren. Oh nee!!.. niet weer, arm trouw busje, snif! Busje werd naar de garage gesleept. Maar eerst moesten we nog een kilometer met het busje rijden omdat hij eenmaal op de sleepwagen niet door de tunnel zou kunnen. Geloof me, dat was geen feest, we vielen bijna flauw van de rook en stank. Enfin, busje naar de garage en daar moest de ANWB  worden ingelicht, maar eerst was er siësta natuurlijk. Weer 1,5 uur verder..  Ach ja, wat doe je er aan, ze waren wel heel vriendelijk! Gelukkig is het niet de eerste keer dat we busjes pech hebben en waren we goed voorbereid. Busje wordt terug naar Nederland getransporteerd terwijl wij moesten wachten op een vervangende camper van de ANWB die vanuit Nederland hier naar toe werd gereden.

Dat duurde een paar dagen en in die tijd werden wij gedropt in een 4 sterren eco hotel met spa. Keurig verzorgd door de ANWB (hoe zoeken ze het uit). Het was er goed toeven. En er zaten allemaal motorrijders die beneden de bar onveilig maakten. We hebben onze eerste warme douche genomen sinds we weg zijn, wat een luxe!  Natuurlijk hebben we al onze kleren  gewassen in het bad en lekker voetbal gekeken op bed met een pizza uit het dorp omdat het restaurant veeeel te chique en duur is.

Toevallig kregen we ook een nieuwe datum  van wanneer de motoren aankomen. Weer veel eerder dan gepland maar wel te doen. Dus konden we dankbaar gebruik maken van de hotel Wi-Fi om vluchten uit te zoeken en andere dingen te regelen voor deel 2 van de reis. Inmiddels zijn de vluchten geboekt. 18 juli (over 3 weken al!) vliegen we naar IJsland. Daar gaan we eerst een paar dagen rondsnuffelen. We hebben er een campertje gehuurd. Dan vliegen we 21 juli door naar Vancouver. Super spannend allemaal!

Inmiddels rijden we alweer een paar dagen rond in onze vervangende camper. Het ding is enorm (7m) omdat we gezegd hadden dat onze surfplanken wel mee moesten. Maar wat een comfort! We hebben nu een luxe zithoek, een keuken met koelkast, een douche en toilet aan boord en zelfs nog twee extra bedden, oh en airco, cruisecontrol en heel veel ruimte! We waren precies op tijd terug voor nieuwe golven bij San Vicente! De andere surfbusjes kijken ons nu met de nek aan.

Verder begint Eriks fotografie hobby uit de hand te lopen. Vanmorgen moesten we om 6u(!) uit bed zodat we als eerste bovenop een berg in de Picos de Europa stonden. Erik wilde wildlife  fotograferen. Het was nog mistig toen we omhoog reden en er liepen overal koeien op de weg. Maar we hebben wel een prachtige wandeling gemaakt heel hoog in de bergen. Beren en wolven hebben we niet gezien maar wel meer dan honderd gieren, vale en lammer gieren met een spanwijdte tot 2.75m.  We vielen met onze neus in de boter toen we een groepje Engelse amateur fotograven en hun gids tegen het lijf liepen, die een hele grote telescoop bij zich hadden waar wij ook even door mochten kijken.

Inmiddels zijn we weer terug in San Vicente (ja sorry hoor, er zijn gewoon te veel mooie golven!) morgen gaan we workawayen hier in de buurt. Dat wordt weer een nieuw avontuur.