Marsès

We zijn nu net een paar dagen weg maar afgelopen tijd hebben we doorgebracht in het familie huisje in de bergen. De afgelopen tijd was het heerlijk weer en zijn we lekker veel buiten geweest. Mountainbiken, veel kanoën op meertjes met besneeuwde bergtoppen op de achtergrond, wandelen in de bergen en daarna een duik nemen in het geheime ijskoude watervalletje hier vlak bij, hippie marktjes bezoeken, terrasjes pakken, zwemmen en muziek maken aan de meertjes met een picknick en goede fles wijn. Wandelen in het mysterieuze bos van Nebias waar we bijna verdwaalden en welgeteld 1 museum bezocht haha.

 We hebben nog meer kersen geplukt, rozenwater gemaakt van wilde rozen en ratatouille gemaakt met wild geplukte laurier en marjolein.  We haalden sla in een bio winkel waar een enorme slak op zat en worden door een willekeurige voorbijganger aangesproken omdat het eten wat we afgehaald hebben in aluminiumfolie zit en dat is niet goed voor het milieu.

Er zijn hier ontzettend veel beestjes, overal beestjes. Niet alleen veel, maar ook soortenrijk, als je een tijdje in het gras gaat zitten zie je de gekste kevers en ander klein gespuis, volgens mij gaat het hier wel prima met de biodiversiteit hoor. Er vliegen ook grote hoornaars om het huis,  wespen maar dan drie keer zo groot. Af en toe vliegt er zo’n monster naar binnen en probeert Erik hem met lichte dwang weer naar buiten te bonjouren. Verder hebben we een vos gezien, een muis met baby muisjes, een bruine slang van minstens een meter die vlak voor ons weg schoot (en ook een aantal platgereden bruine en groene slangen helaas), een regenworm van bijna een halve meter en een ijsvogel.

De streek waarin het huisje staat  is onderdeel van de regio Occitanië en staan bekend om de Troubadours en de Katharen die ons hun vele Katharen burchten bovenop rotsen hebben nagelaten. Wie zijn Katharen? Ok, een klein stukje geschiedenis dan, je mag door scrollen hoor, er komt geen overhooring haha ! Het Katharisme is hier ontstaan in de 11de eeuw en kwam voor in Zuid Frankrijk (languedoc ) en Noord Italië. In deze tijd was de koning van Frankrijk in Noord Frankrijk druk met het oplossen van zijn problemen met de Engelse koning en de controle op zuid Frankrijk was in handen van verschillende edel mannen. In Zuid- Frankrijk ontstond daardoor de bruisende Occitaanse cultuur waar ook de jongleurs, troubadours (afgeleid van trouber = vinden in Occitaans) en troubairitz (jawel, vrouwelijke troubadours bestonden wel degelijk) en hun bijzondere instrumenten uit zijn ontsprongen. Er hing in die tijd een sfeer van vrijheid en tolerantie. Uit het oosten kwamen via de Balkan nieuwe denkwijzen naar Occitanië. De Katharen (afkomstig van het Griekse katharos wat puur of rein betekend) zagen zichzelf als Christenen  en wilde terug naar een puurdere vorm van het Christendom. Ze geloofden in Dualisme en verwierpen het hele oude testament. Ze waren meer bezig met “ verlichting” van de eigen ziel dan met God. Vrouwen en mannen waren gelijk en konden beide priester (parfait) worden. De Parfait distantieerde zich van alle materialistische zaken, hadden groot respect voor de natuur en weigerde de verafgoding van Jezus aan het kruis maar hadden daarvoor in de plaats hun eigen symbolen. Omdat hun Katharisme een steeds grotere aanhang kreeg werd het de Katholieke Paus te bedreigend en stuurde hij zijn beste monniken naar Occitainië om de Katharen weer te bekeren tot het Katholicisme. Toen dit niet werkte zijn er verschrikkelijke kruistochten op touw gezet vanuit Lyon en Bordeaux. De Katharen die onder de bescherming vielen van de edel mannen  bouwden prachtige forten hoog in de bergen om zichzelf te beschermen. Maar de groepen kruisvaarders werden steeds groter omdat ze de belofte van een stuk eigen land in het vooruitzicht gesteld hadden gekregen. De Katharen, mannen, vrouwen en kinderen die zich niet wilde bekeren werden levend verbrand. Het woord Ketter of ketterij komt van de Katharen verbrandingen.  Maar ook een heleboel katholieken werden verbrand, omdat men het verschil niet kon zien. De laatste Katharen vluchtte naar het fort op montsegur, de veilige berg, maar ook daar waren ze niet veilig. Helaas hield het hier ook grotendeels op voor onze vriendjes de troubadours, snif. Een groot deel van de troubadours was namelijk ook aanhanger van of sympathiseerde met het Katharisme en zijn omgekomen bij de kruistochten. Het overige deel zat zonder werk omdat de Katharen en edel mannen degene waren die hen naar de kastelen lieten komen. En een klein deel is gevlucht naar Italië, maar werden niet gewaardeerd door de Katholieken. Het grappige is, nu is er hier in de streek weer volop belangstelling voor de troubadours en hun muziek en kun je zelfs muziek cursussen doen.  In het museum in Puivert wat we bezocht hebben kan je een aantal replica’s zien van de bijzondere muziekinstrumenten van de Troubadours en er zijn ook een aantal muziekfragmenten te beluisteren. Ze hebben ook nog hele vrolijke middeleeuwse cd’s haha.

Dit is trouwens ook de streek van de Blanquette, wat de eerste bruisende wijn ter wereld schijnt te zijn, uit 1531. En hoihoi er is lang niet zo veel suiker aan toegevoegd als champagne, hier krijgen de druiven namelijk gewoon genoeg zon om van nature lekker zoet te worden.

Nu is de streek een trekpleister voor  hippies. Wat dat betreft is het nog steeds een streek van andersdenkenden.  Je komt hier altijd veel kleurrijke mensen tegen. Zo raakte we al aan de praat met een jongen die ons muziek hoorde maken. Hij kwam ons met een grote joint in z’n ene hand en z’n dochter  in de andere tegemoet  en liet ons vervolgens z’n hele collectie zelfgemaakte hangdrums (tangdrums) zien die hij vervoerde in tassen gemaakt van z’n oude broeken. De ontmoeting eindige in een kleine hangjam on the beach natuurlijk. Een oudere man die z’n hele leven veel extreme sporten heeft gedaan maar zich na een paraglide ongeluk nu maar rustig op een sup of windsurf plank voortbeweegt, zijn Letse vrouw en hun twee honden, couscous en qinoa. Hij bood Erik een rondje aan op z’n sup wat Erik beleefd heeft afgewimpeld (haha, gemiste kans). En een man die er uit zag als een indiaan, in een veeeel te klein zwembroekje ,die gek was op  flamenco gitaar en kanoën. Ik bood aan dat hij mijn kano best wel even  mocht uitproberen maar kneep hem wel even toen hij helemaal naar de andere kant van het meer peddelde en er een onweersbui vanachter de bergen vandaan kwam. Gelukkig was hij op tijd terug. Op de markt aten we falafel van een hele dikke zweterige Tunesiër, die toen we er mee aan de praat raakte uit Israël bleek te komen maar zich daar te erg voor schaamde om er voor uit te komen. De falafel was heerlijk en we kregen er niet eens buikpijn van ondanks dat de bereiding er van hier niet door de HACCP goedgekeurd zou worden haha.  Ook kwamen we bekenden tegen van Erik uit Delft, waar we de volgende dag nog even gezellig mee op een terrasje hebben gezeten. De bus is wat meer gaan roken de laatste tijd. We schamen ons af en toe echt een beetje, vooral in deze ecodebio omgeving. Volgens de ANWB is het niet zorgelijk en kunnen we het thuis verhelpen. Duimen maar dat ze gelijk hebben en hij het nog even volhoud. Een paar dagen terug zijn we uit het huisje vertrokken en inmiddels zijn we over een pas van 2400 meter Andorra binnen gestommeld, dat ging in ieder geval nog goed.